Dit is een heel bijzondere plant, het is namelijk een parasiet. De plant bevat namelijk geen bladgroen (chlorofyl) en kan daardoor veel voedingsstoffen niet zelf aanmaken. Dus moet hij zijn voedsel uit een specifieke gastheer halen. Met zijn sterke puntige wortels doorboort hij daartoe de wortels van de gastheerplant, in dit geval duizendblad- en alsemsoorten. En het is een zeldzame plant, die je in Nederland vooral in de duinen en langs de grote rivieren kunt vinden. Overblijvend, inheems en geschikt voor een zonnige standplaats op droge, goed doorlatende kalkhoudende (zand)grond waarin de gastheersoorten aanwezig zijn.

Zaaitip: zaai in het najaar, in de herfst. Bijzonder is dat het zaad zo fijn is als stof. Het behoudt jarenlang zijn kiemkracht. Zodra het zaad ontkiemt vormt zich een wortel die direct de wortel van een gastheer moet kunnen binnendringen. De wortels van de gastheer en bremraap raken innig met elkaar verstrikt en groeien samen tot een wortelknol, waaruit de bremraap zijn voedingsstoffen kan halen. Probeer dit zaad dus buiten in de volle grond waar ook gastheerplanten groeien, te zaaien. Moeilijk, maar te doen op kalkhoudende zandgrond.

Orobanche purpurea Jacq.